Naar boven ↑

Rechtspraak

Dekenbezwaar; Verweerster heeft langdurig en herhaaldelijk tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld en daarbij de kernwaarden deskundigheid en (financiële) integriteit veronachtzaamd. Verweerster heeft veelal kwetsbare cliënten bijgestaan, die door verweersters handelen ernstig zijn benadeeld. Zo heeft verweerster onder meer voorschotdeclaraties niet afgerekend, cliënten niet geïnformeerd over hun zittingen en nagelaten zaken af te wikkelen en over te dragen na het staken van haar praktijk. Hoewel verweerster zich van het tableau heeft laten uitschrijven als advocaat, ziet de raad bij een eventuele herschrijving van verweerster in de toekomst een risico dat de tekortkomingen van verweerster zich opnieuw zullen voordoen en potentiële, toekomstige cliënten een ernstig risico zullen lopen dat hun belangen worden geschaad als verweerster hen als advocaat bijstaat. Verweerster heeft echter in het verleden wel naar behoren als advocaat gefunctioneerd. Verweerster (die in 2007 als advocaat is beëdigd) heeft bovendien een blanco tuchtrechtelijk verleden. De raad acht dan ook aannemelijk dat haar ondermaatse prestaties en laakbaar handelen van de laatste maanden samenhangen met haar (psychische) gezondheid en persoonlijke omstandigheden. Dat leidt de raad tot het oordeel dat een schrapping een te zware maatregel is. De raad ziet zich in de gegeven omstandigheden wel genoodzaakt verweerster onvoorwaardelijk te schorsen voor de duur van acht weken. Mocht verweerster zich in de toekomst weer als advocaat willen inschrijven op het tableau, is op deze manier verzekerd dat de desbetreffende Raad van de Orde zich ervan kan vergewissen dat er geen risico meer bestaat voor benadeling van toekomstige cliënten.