Naar boven ↑

Rechtspraak

Voorzittersbeslissing. Klager en zijn juridisch adviseur hebben zich samen beklaagd over de handelwijze van verweerder in diens hoedanigheid van deken in het arrondissement Limburg bij behandeling van een klachtzaak van klager 2 over mr. I. Op grond van de stukken en gelet op het verweer is de voorzitter gebleken dat de beklaagde deken de Advocatenwet en de voor hem geldende Leidraad heeft gevolgd bij de behandeling van de klacht van klager 2. Evenmin is klachtwaardig dat de beklaagde deken in zijn aanbiedingsbrief aan de raad Den Bosch een summiere verwachting over de tuchtrechtelijke uitkomst van de klachtzaak van klager 2 over mr. I heeft vermeld. Ook dat heeft de beklaagde deken gedaan op grond van voor hem geldende regels. De voorzitter is er ambtshalve mee bekend dat klager 1 als juridisch adviseur ook namens andere cliënten vergelijkbare klachten heeft ingediend over verschillende dekens over vrijwel vergelijkbare gedragingen van die dekens, terwijl die dekens handelen conform de geldende regels. Zo ook in klachtzaak 23-780/AL/GLD waarin op dezelfde dag uitspraak wordt gedaan. De voorzitter wijst klager 1 erop dat hij er ernstig rekening mee moet houden dat een volgende klacht namens zichzelf en/of namens een cliënt over een deken over (ongeveer) dezelfde feiten en gedragingen niet meer in behandeling zal worden genomen door de deken en/of de raad c.q. de voorzitter vanwege misbruik van klachtrecht.