Naar boven ↑

Rechtspraak

Naar het oordeel van de raad heeft verweerder de grenzen van de hem toekomende vrijheid, als advocaat van de wederpartij van klager, niet overschreden en klager niet in een onnodige procedure gedwongen. Uit de stukken is de raad gebleken dat verweerder heeft doorgepakt door na zijn eerste e mail van 27 oktober 2022 aan klager al op 9 november 2022 een verzoekschrift namens zijn cliënte in te dienen. In de tussenliggende periode heeft hij klager naar het oordeel van de raad echter ruim voldoende gelegenheid geboden om een voorstel te doen voor de te benoemen scheidsmannen, de gekozen juridische route bij geschillen volgens het vennootschapscontract. Het stond de cliënte van verweerder daarna vrij om het tegenvoorstel van mediation om haar moverende redenen af te wijzen. Verweerder heeft daarna als partijdige belangenbehartiger in haar opdracht een procedure tot benoeming van arbiters gestart. Alhoewel de tijdsdruk en de toonzetting in de e-mails van verweerder, in het bijzonder die van 4 november 2022, door klager als heftig kunnen zijn ervaren, is dat naar het oordeel van de raad niet tuchtrechtelijk verwijtbaar geweest. Er kan aanleiding voor deze geïrriteerde toonzetting van verweerder zijn geweest door de voorgeschiedenis tussen klager en zijn cliënte als ook door het niet reageren door klager op het voorstel van verweerder en de opstelling van klager. klachten ongegrond.