Rechtspraak
Raadsbeslissing. Verweerder handelt tuchtrechtelijk verwijtbaar door welbewust geen gevolg te geven aan een onherroepelijke beslissing van de raad. Verweerder was gehouden om te verrekenen en heeft dit niet gedaan. Ook heeft verweerder het griffierecht en de reiskosten van klager niet vergoed na de vorige beslissing van de raad. Verweerder schaadt het vertrouwen in de advocatuur door een tuchtrechtelijke beslissing niet op te volgen en door zich onwelwillend op te stellen jegens een beroepsgenoot. Schorsing 8 weken, waarvan 4 weken voorwaardelijk.