Rechtspraak
Raadsbeslissing. Klagers hebben met de client van verweerder (een vennootschap) een overeenkomst gesloten, inhoudende onder meer dat klagers vastgoedcursussen zouden volgen om vastgoedbelegger te worden. Klagers zijn daarover ontevreden en zijn gezamenlijk een procedure tegen de vennootschap gestart, waarbij zij zich hebben laten bijstaan door een advocaat. Verweerder trad op voor de vennootschap. Een kleine week later heeft verweerder alle klagers persoonlijk een brief doen toekomen, waarin zij – onder meer – persoonlijk aansprakelijk worden gesteld wegens onrechtmatig handelen. De klacht ziet erop dat verweerder de brief in strijd met gedragsregel 25 heeft gezonden aan klagers persoonlijk, terwijl hij wist dat klagers werden bijgestaan door een advocaat. De brief is volgens klagers enkel bedoeld om klagers te intimideren. Dat laatste is naar het oordeel van de raad niet komen vast te staan. Wel had verweerder de brief niet rechtstreeks aan klagers mogen sturen, omdat hij wist dat klagers een advocaat hadden. De uitzonderingen van gedragsregel 25 gelden in dit geval niet. Dit klachtonderdeel is gegrond, de overige klachtonderdelen worden ongegrond verklaard. Maatregel: waarschuwing.