Naar boven ↑

Rechtspraak

Raadsbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij. Klacht is ongegrond. Niet is gebleken dat verweerster, klaagster en de man een (hechte) vriendschappelijke band zouden hebben (gehad), noch dat sprake zou zijn van een wederzijdse vriendengroep waarbij klaagster en verweerster elkaar regelmatig zouden treffen. Vaststaat wel dat verweerster, klaagster en de man elkaar kenden, maar dit maakt nog niet dat verweerster in haar bijstand van de man onvoldoende distantie tot de zaak heeft betracht. Verweerster heeft haar uitlatingen ter zitting gedaan ter onderbouwing van haar standpunt. Hoewel klaagster deze uitlatingen als (onnodig) polariserend heeft ervaren, is niet gebleken dat verweerster met het doen van deze uitspraken de belangen van klaagster nodeloos of op ontoelaatbare wijze zou hebben geschaad.