Rechtspraak
Raadsbeslissing. Klacht tegen verweerder in hoedanigheid van deken. De klachtonderdelen 1 en 2 hebben betrekking op het optreden van verweerder in oktober 2018. Klager heeft zich op 16 maart 2022 met een klacht over deze handelwijze van verweerder tot het Hof van Discipline gewend, zodat deze klachtonderdelen op grond van artikel 46g Advocatenwet niet-ontvankelijk zijn. Ter zake de klachtonderdelen 3 tot en met 6 oordeelt de raad dat niet is gebleken verweerder zich bij de vervulling van de functie van deken zodanig heeft gedragen dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad. Deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond.