Naar boven ↑

Rechtspraak

Klacht over advocaat wederpartij. Klager verwijt verweerder dat hij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door a) tijdens een zitting zich op het standpunt te stellen dat hij asbestinventarisatierapporten niet kon verstrekken wegens privacy redenen; b) tijdens de bodemprocedure en het hoger beroep te liegen over het feit dat de verhuurder niet bekend was met het feit dat er in een asbestbuis is geboord en c) in de memorie van antwoord onwaarheden te verkondigen. De raad heeft de klachten ongegrond verklaard. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad. De civiele rechter heeft in twee instanties overwogen dat die rapporten niet van belang waren voor de beoordeling van de vorderingen die klager tegen de verhuurder had ingesteld. Het niet overleggen van die rapporten door verweerder kan hem tuchtrechtelijk dan ook niet verweten worden. Van het tuchtrechtelijk verwijtbaar spreken van onwaarheden is geen sprake. Evenmin is uit de stukken gebleken dat verweerder tegen beter weten in heeft beweerd dat de verhuurder niet bekend was dat er in een asbesthoudende buis was geboord en/of dat verweerder in de memorie van antwoord onwaarheden heeft verkondigd.

Wrakingsverzoek tijdens de zitting buiten behandeling gelaten.