Naar boven ↑

Rechtspraak

Het hof bevestigt de beslissing van de raad ten aanzien van klachtonderdeel a) en b). Ten aanzien van klachtonderdeel b) geldt dat gelet op artikel 50 lid 1 onder a Advocatenwet, hoger beroep door klager ter zake een gegrond verklaarde klacht niet mogelijk is. Voor zover klager verzoekt om de vergoeding van schade verband houdend met het gegrond verklaarde klachtonderdeel b) kan dat verzoek niet in behandeling worden genomen omdat het hof niet bevoegd is over een dergelijk verzoek te oordelen. Anders dan de raad is het hof ten aanzien van klachtonderdeel c) van oordeel dat verweerder op eerste verzoek van klager het dossier aan klager zelf had moeten afgeven en niet met tussenkomst van de politie. Door bij herhaling aan klager te laten weten dat het dossier (alleen) zal worden afgegeven aan een opvolgend gemachtigde heeft verweerder aan de afgifte een voorwaarde verbonden waarvoor geen redelijke grond bestond. Nu verweerder ten onrechte heeft geweigerd het dossier af te geven aan klager heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Echter, van een tuchtrechtelijke verwijtbare schending van de geheimhoudingsplicht of schending van de AVG is naar oordeel van het hof geen sprake, nu verweerder aan de politie enkel heeft laten zien dat hij een e-mail aan klager had gestuurd dat het dossier aan een opvolgend advocaat ter beschikking zou worden gesteld, waarna de politie het (gesloten) dossier ter plekke aan klager heeft overhandigd. Maatregel van waarschuwing.