Naar boven ↑

Rechtspraak

Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Klager 1 heeft als 100% aandeelhouder van klager 2 slechts een afgeleid belang bij de klacht over verweerder en dat is onvoldoende voor ontvankelijkheid. Het is de raad niet gebleken dat verweerder zich heeft beroepen op valse dan wel gefingeerde vorderingen en stukken en ook niet dat verweerder wist of behoorde te weten dat de informatie die hij van zijn cliënt kreeg onjuist was. Er is in ieder geval geen moment aan te wijzen waarop verweerder namens zijn cliënt bewust stukken heeft ingediend waarvan hij wist dat die gefingeerd waren. Het debat over deze stukken is pas ontstaan nadat verweerder de vordering namens zijn cliënt had ingediend. Het enkele feit dat in de onderliggende procedure tussen klager 2 en de heer O. door de rechtbank Amsterdam op 18 mei 2022 een oordeel is gegeven over de status dan wel de rechtsgeldigheid van de vordering van de heer O. en de stukken waarop hij die heeft gebaseerd, brengt niet mee dat verweerder deze stukken nooit in die procedure had mogen overleggen of had moeten weten dat die stukken onjuiste informatie bevatten. Klacht in alle onderdelen ongegrond.