Naar boven ↑

Rechtspraak

Naar het oordeel van de raad is sprake van een patroon van nalatigheid, waarbij verweerder de belangen van klaagster in haar bijstandsgeschil vanaf het begin tot zijn onttrekking volstrekt niet met voldoende zorg en deskundigheid heeft behartigd in de zin van artikel 46 Aw. Daarnaast heeft verweerder belangrijke afspraken en informatie niet schriftelijk aan klaagster bevestigd en dat is in strijd met regel 16. Verweerder heeft tevens de kernwaarden deskundigheid en integriteit geschonden. Vooral de omstandigheid dat verweerder niet duidelijk aan klaagster heeft gemeld dat hij de beroepstermijn had laten verlopen maar de suggestie heeft gewekt met een herzieningsprocedure hetzelfde resultaat te kunnen bereiken, neemt de raad hem zeer kwalijk. Dit alles in combinatie met zijn recente tuchtrechtelijk verleden, waarbij dezelfde kernwaarden ook aan de orde waren in gelijksoortige gevallen, legt de raad aan verweerder een onvoorwaardelijke schorsing van 4 weken op.