Naar boven ↑

Rechtspraak

Dekenbezwaar. De raad verklaart het dekenbezwaar gegrond. Verweerder heeft in verschillende procedures partijen met tegenstrijdige belangen bijgestaan en de meeste van die partijen staat hij nog steeds bij. Verweerder had in die procedures een eigen belang en uit verschillende rechterlijke uitspraken is gebleken dat verweerder in deze zaak de belangen van de wederpartij op ontoelaatbare wijze heeft geschonden. De raad acht dit handelen van verweerder zeer kwalijk. Verweerder heeft hiermee belangrijke regels overtreden en in strijd gehandeld met de kernwaarden die een advocaat in acht dient te nemen. Zelfs na de uitspraken van de Raad van Discipline en het Hof van Discipline waarin is geoordeeld dat er belangentegenstelling was ontstaan en verweerder zich uit eigen beweging uit de zaak had moeten terugtrekken, is verweerder in deze procedure blijven optreden. Ook aan diverse verzoeken van de deken om zich in alle geschillen als advocaat te onttrekken heeft hij niet voldaan. In het nadeel van verweerder houdt de raad er rekening mee dat verweerder eerder in deze zelfde zaak en deels ter zake van hetzelfde soort verwijtbare handelen een berisping opgelegd heeft gekregen. De raad legt een voorwaardelijke schorsing van 12 weken op met als bijzondere voorwaarde dat verweerder in geen enkele procedure die betrekking heeft op het feitencomplex van deze zaak als advocaat zal optreden.