Rechtspraak
Verweerder heeft als advocaat van een aannemer opgetreden in een geschil met klaagster en in die hoedanigheid klaagster gesommeerd om te betalen. Na een gesprek op kantoor is verweerder daarna een een aantal keren bij klaagster thuis langsgegaan. Tijdens die gesprekken is niet alleen gesproken over een mogelijke schikking maar ook over de interesse van verweerder privé om, zakelijk met zijn broer, het pand van klaagster te kopen. Verweerder heeft een inspecteur langs gestuurd en ook een bod op het pand gedaan, wat door klaagster niet is aanvaard. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder met zijn handelen verwarring bij klaagster laten ontstaan over de rol waarin hij telkens optrad. Naar het oordeel van de raad had verweerder in de specifieke situatie van het geval moeten begrijpen dat het onbetamelijk was om vanuit zijn privébelang een bod op het pand van klaagster te doen terwijl hij langskwam voor schikkingsonderhandelingen voor de aannemer. Als hij op dat moment zijn privébelang voorrang wilde geven, dan had hij de behandeling van de zaak van de aannemer tegen klaagster moeten neerleggen. Dat heeft hij niet gedaan. Dat dit een indringende en lastige situatie voor klaagster moet zijn geweest, is aannemelijk omdat zij bovenal belang had bij een oplossing van haar geschil met de aannemer en pas daarna mogelijk bereid was om haar pand tegen een redelijke prijs te verkopen. Deze klacht is gegrond. Schending kernwaarden integriteit en onafhankelijkheid. Berisping.