Naar boven ↑

Rechtspraak

Verweerder heeft aanvankelijk als gerechtsdeurwaarder, daarna als zelfstandig incassojurist en vervolgens als advocaat voor klager gelden geïnd bij de veroordeelde wederpartij. Verweerder heeft als advocaat niet voldaan aan zijn informatieplicht richting klager. Uit de stukken is niet gebleken dat verweerder vanaf dat moment de voor klager voortgezette incassowerkzaamheden en daarover gemaakte afspraken aan klager heeft bevestigd. Verweerder had dat moeten doen en mocht er niet vanuit gaan dat de oude afspraken (als deurwaarder) met klager stilzwijgend waren verlengd. Daarin stonden een provisieregeling van 10% en een boetebeding bij voortijdige opzegging, wat voor advocaten in principe niet is toegestaan. Juist ook de vele vragen van klager in aanloop naar de beëdiging als advocaat, hadden voor verweerder extra aanleiding moeten zijn om alles duidelijk vast te leggen. Verweerder heeft dat niet schriftelijk gedaan, hetgeen voor zijn risico blijft. De raad is verder van oordeel dat verweerder, vanaf het moment dat hij advocaat is geworden, financieel niet zorgvuldig jegens klager heeft gehandeld door onvoldoende duidelijk met klager te communiceren over de financiële afwikkeling van zijn werkzaamheden. Dat hij dit niet integer heeft gedaan, is de raad niet gebleken. Waarschuwing.