Rechtspraak
Raadsbeslissing; Betreft niet-ontvankelijke klacht wegens het ontbreken van een rechtstreeks eigen belang. Verweerders hebben opgetreden als advocaat van een vennootschap. Klagers zijn geen cliënten van verweerders geweest, maar als (indirect) minderheidsaandeelhouders betrokken. Verweerders zijn partijdig in de behartiging van de belangen van hun cliënte. In die hoedanigheid dienen zij zich alléén te richten naar de belangen van hun cliënte. Verweerders hebben terecht gesteld dat van hen niet kan worden verwacht dat zij tegen de wens van hun cliënte in zouden gaan wanneer een verweer niet past tegenover de minderheid, in dit geval tegenover klagers. De uitspraak van het Hof van Discipline van 31 januari 2022 (ECLI:NL:TAHVD:2022:16) - die een VvE-kwestie betrof - ziet op een andere situatie dan onderhavig geschil. De meerderheidsaandeelhouders werden in onderhavig geschil op het moment dat verweerders werden ingeschakeld voor bijstand geadviseerd door hun eigen advocaat en die relatie is gecontinueerd. Daarnaast liep - anders dan in de uitspraak van het Hof van Discipline - geen andere procedure waarin de minderheidsaandeelhouders en meerderheidsaandeelhouders tegenover elkaar stonden. Klagers hadden zich met hun bezwaren tot de raad van commissarissen moeten wenden. Dat de raad van commissarissen in dit geval vleugellam was, is weliswaar ongunstig voor de positie van klagers binnen de structuur van de vennootschap, maar kan er niet toe leiden dat zij dan toch een belang hebben bij een klacht over verweerders.