Naar boven ↑

Rechtspraak

Voorzittersbeslissing. Klacht over deken. Verweerder heeft klagers geïnformeerd over de mogelijkheid om hun klacht aan de raad van discipline voor te leggen, zoals ook in het door klagers aangehaalde artikel 4.1 van de ‘Leidraad dekenaal klachtonderzoek’ (versie 2020) is vermeld. Daarbij heeft verweerder klagers erop gewezen dat het verschuldigde griffierecht van € 50,- uiterlijk binnen vier weken na de dag van verzending van die mededeling dient te zijn bijgeschreven op het in het dekenstandpunt vermelde bankrekeningnummer. Wanneer deze termijn ingaat, is in artikel 46e lid 2 Advocatenwet bepaald. Verweerder heeft de klacht van klagers niet doorgestuurd naar de raad van discipline, omdat klagers het griffierecht niet tijdig hebben betaald. Verweerder kan geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Klacht is kennelijk ongegrond.