Rechtspraak
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk van onvoldoende gewicht. Verweerster heeft erkend dat zij in haar pleitnota een arrest van het gerechtshof Amsterdam ten onrechte aan klager heeft toegeschreven. Zij heeft dat ook op de zitting van het hof, nadat zij daar door klager op was gewezen, erkend en daarvoor direct haar excuses aangeboden. Nu niet is gebleken dat verweerster bewust een onjuiste verwijzing in haar pleitnota heeft opgenomen en zij hiervoor direct haar excuses heeft aangeboden, is de voorzitter van oordeel dat de klacht kennelijk van onvoldoende gewicht is om tuchtrechtelijk verwijtbaar te zijn.