Rechtspraak
Dekenbezwaar volgend op toegewezen 60ab-verzoek (22-825/DH/DH/D). De deken heeft verzocht om schrapping. De raad wijst dat niet toe. Een schrapping onder de gegeven omstandigheden zou erop neerkomen dat de tuchtrechter elk vertrouwen in het functioneren van verweerster heeft verloren. Weliswaar deelt de raad de zorgen van de deken over verweerster en haar praktijkvoering, maar het is niet zo dat elk vertrouwen in haar functioneren als advocaat ontbreekt. Verweerster zal van de raad nog een laatste kans krijgen om orde op zaken te stellen.
Omdat de raad het bezwaar wel degelijk gegrond acht zal aan verweerster de maatregel van een voorwaardelijke schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van 26 weken worden opgelegd. De raad zal daarbij, naast de algemene voorwaarde, bijzondere voorwaarden aan de schorsing verbinden. Bijzondere voorwaarden zijn onder meer coaching, regelmatig rapporteren aan de deken en herstel van de verhouding met de deken.