Rechtspraak
Ontvankelijkheid hoger beroep / beroepstermijn. Het hoger beroep is buiten de beroepstermijn door de griffie van het hof ontvangen. Het hof overweegt dat het (tijdig) verzenden van een beroepschrift per e-mail voor eigen rekening en risico van de indiener, mr. O, is. Het hof is van oordeel dat mr. O er rekening mee had behoren te houden dat een e-mail met een groot bestandsformaat mogelijk niet zouden worden ontvangen door de griffie van het hof, te meer nu het beroepschrift ook niet bij (de mailservers van) de wederpartijen kon worden bezorgd. Het had op zijn weg gelegen om bij de griffie van het hof te informeren of zijn beroep in goede orde bij het hof was ontvangen. Het hof benadrukt dat in de beslissing van de raad is opgenomen dat het beroepschrift uiterlijk op de dertigste dag van de beroepstermijn in het bezit van het hof dient te zijn. Van een professionele partij – in dit geval een advocaat – mag worden verwacht dat hij hiervan kennisneemt. Het hoger beroep van mr. O wordt niet-ontvankelijk verklaard.