Naar boven ↑

Rechtspraak

Gegrond dekenbezwaar. Verweerster is EU-advocaat en heeft niet voldaan aan de herhaalde verzoeken van de deken tot het doen van de CCV-opgave over het jaar 2021 en evenmin aan de verzoeken tot het aanleveren van de financiële kengetallen over 2020 (en de vergelijkende cijfers over 2019).  Op verweerster rust de betamelijkheidsverplichting de CCV-opgave tijdig te doen (zie ook beslissing van de raad van 28 oktober 2016, ECLI:NL:TADRAMS:2016:216). Daarnaast staat met de beslissing van het Hof van Discipline van 15 november 2021 (ECLI:NL:TAHVD:2021:214) verweersters verplichting de kengetallen aan te leveren vast. De raad komt tot de slotsom dat verweerster door niet te voldoen aan de CCV-opgave en evenmin aan de uitvraag van de kengetallen in strijd met de betamelijkheid als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet en gedragsregel 29 heeft gehandeld. De raad ziet echter in dit geval geen aanleiding om een maatregel op te leggen. Verweerster heeft slechts een korte periode als EU-advocaat op het Nederlandse tableau ingeschreven gestaan en is inmiddels uitgeschreven. Bovendien heeft zij erkend dat zij de regels niet heeft nageleefd en hiervoor haar verontschuldigingen aangeboden. Nu van verkeerde intenties van de kant van verweerster geen sprake lijkt te zijn, maar het niet-naleven van de regels veeleer verband lijkt te houden met een taalbarrière en onbekendheid met de geldende regels en verplichtingen, dient oplegging van een maatregel in dit geval geen redelijk (tuchtrechtelijk) doel.