Rechtspraak
Klacht tegen eigen advocaat over afwikkeling nalatenschap. Verweerder zou geen inzage hebben willen geven in een urenspecificatie van een ten laste van de boedel gebrachte declaratie en ongeoorloofd hebben gedeclareerd ten laste van de boedel. Gelet op de inhoud van de namens klager verzonden brief van 13 oktober 2015 aan verweerder, gaat het hof ervan uit dat klager in ieder geval op deze datum bekend was met de aan verweerder verweten gedragingen als omschreven in de klachtonderdelen e) en g). Hij was toen ook bekend met de gevolgen van die gedragingen. Klager heeft zijn klacht niettemin pas bij de deken ingediend op 19 juli 2020, derhalve ná het verstrijken van de driejaarstermijn als bedoeld in artikel 46g, eerste lid, onder a) van de Advocatenwet. Het hof vernietigt de beslissing van de raad en verklaart de klacht alsnog niet-ontvankelijk.