Rechtspraak
Klacht tegen eigen advocaat. Kwaliteit van de dienstverlening. Verweerder heeft klager geadviseerd over een vaststellingsovereenkomst en klager in dat verband niet hebben geinformeerd over het bovenwettelijke karakter van de hierin opgenomen alimentatieverplichting jegens zijn kinderen. Het hof gaat ervan uit dat klager na ontvangst van het vonnis van de voorzieningenrechter van 13 mei 2019 er redelijkerwijs mee bekend was of had kunnen zijn dat het beding bovenwettelijk van aard is, zodat geldt dat zijn klacht niet binnen de éénjaarstermijn als bedoeld in artikel 46g, tweede lid van de Advocatenwet is ingediend. Het hof vernietigt de beslissing van de raad en verklaart de klacht alsnog niet-ontvankelijk.