Naar boven ↑

Rechtspraak

Raadsbeslissing. Klachten van advocaat over andere advocaat. Klacht over het rechtstreeks benaderen van de cliënt van klager is gegrond. Verweerder had in redelijkheid niet anders had kunnen begrijpen dan dat de onderhavige kwestie ook behoorde tot de zaken die klager behandelde.  Niet valt in te zien dat verweerder niet op neutrale wijze contact met klager had kunnen opnemen, voor zover hij beoogde geen financiële informatie aan klager prijs te geven. Verweerder heeft bewust enige tijd gewacht voor dat hij de cliënt van klager  benaderde. Die tijd had verweerder ook kunnen gebruiken om de deken om advies te vragen. Klacht over het ten onrechte door verweerder  bij de deken klagen over strafrechtelijke gedragingen van klager is eveneens gegrond.  Verweerder beticht klager in de door hem ingediende tuchtklachten van het deelnemen aan bedrog dat door zijn cliënt is gepleegd. Hij heeft het woord “bedrog” nog een aantal maal in relatie tot klager herhaald. Dat sprake was van bedrog door klager was en is echter niet vastgesteld. Klager heeft het gestelde bedrog direct betwist en bezwaar gemaakt. Het gaat dan niet aan om dergelijke kwalificaties te blijven bezigen. Verweerder heeft door zijn optreden er blijk van gegeven dat hij zijn professionele rol in dit geval onvoldoende heeft weten te vervullen. De uitlatingen van verweerder hebben voorts tot concreet nadeel voor klager geleid. Maatregel van waarschuwing opgelegd.