Rechtspraak
Raadsbeslissing. Betamelijkheidsnorm en kernwaarde integriteit. Verweerder heeft niet gehandeld zoals dat een behoorlijk advocaat betaamt door bij het aanvaarden van de incasso-opdracht onvoldoende duidelijk te maken dat bij klager ook provisie in rekening wordt gebracht als klagers vordering buiten verweerder om wordt voldaan. Verweerder heeft de in rekening te brengen provisie bij tussentijdse beëindiging van de incasso-opdracht echter ‘verstopt’ in de incasso- en algemene voorwaarden in plaats van daar vooraf transparant over te zijn en klager hierover duidelijk te informeren. Verder is de hoogte van de in rekening gebrachte provisie gelet op de werkzaamheden die daar tegenover staan excessief en is de berekende rente in klagers zaak niet redelijk. Verweerder heeft financieel niet integer gehandeld. Maatregel van voorwaardelijke schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van vier weken, met een proeftijd van twee jaar. Verkorting termijn als bedoeld in artikel 8a lid 3 Advocatenwet.