Rechtspraak
Klacht over advocaat van de wederpartij. Klaagster was in 2017 een cliënte van verweerder. Mede gelet op zijn optreden voor klaagster medio 2017 kon verweerder in een regulier huurgeschil met klaagster als wederpartij als redelijk en betamelijk handelend advocaat geen uitlatingen doen als door hem gedaan. Verweerder had voor zijn verweer andere bewoordingen moeten kiezen, dan wel zich op grond van Gedragsregel 15, lid 2 moeten terugtrekken. Door dat niet te doen, heeft verweerder onbetamelijk en aldus tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld jegens klaagster. Naar het oordeel van het hof is aan de in Gedragsregel 15, lid 3, cumulatief opgesomde voorwaarden niet voldaan, zodat afwijking van de in lid 2 (en daarmee lid 1) vastgelegde regels niet is geoorloofd. De klacht is gegrond. Het hof acht de handelwijze van verweerder laakbaar en het hof acht al met al de maatregel van berisping passend en geboden. Bekrachtiging raadsbeslissing en veroordeling in de proceskosten in de procedure bij het hof.