Naar boven ↑

Rechtspraak

Klacht heeft betrekking op de vordering van advocaat op klaagster betreffende zijn declaraties van 22 april 1996 en 26 september 1997. Deze vordering is in 2002 door de toenmalige Raad van Toezicht begroot. Blijkens die begroting moest door de advocaat op deze declaraties een bedrag van (omgerekend naar euro’s) € 435,24 worden gecrediteerd. Klaagster was derhalve in 2002 bekend met de op de advocaat rustende verplichting om tot creditering over te gaan. Voorzitter heeft de juiste maatstaf toegepast en de klacht op juiste gronden niet-ontvankelijk verklaard.

Verzet ongegrond