Rechtspraak
Verweerder heeft nagelaten tijdig een conclusie van antwoord in te dienen en heeft te laat uitstel gevraagd. Het uitstelverzoek werd afgewezen, evenals het verzoek om een mondelinge behandeling. Verweerder heeft klager daarover niet of onvoldoende geïnformeerd en heeft klager ook onvoldoende gewezen op de nadelige gevolgen van het niet voeren van verweer. Niet is komen vast te staan dat verweerder niet tijdig hoger beroep heeft ingesteld. Klachtonderdeel 3 ongegrond. Klacht voor het overige gegrond. Gelet op de ernst van het tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen en het tuchtrechtelijk verleden van verweerder wordt aan hem een schorsing van 8 weken, waarvan 4 weken voorwaardelijk opgelegd.