Rechtspraak
Verzetzaak. Verweerder heeft in zijn processtukken ten onrechte geschreven dat klaagster 64 onroerende goederen in haar bezit had. De voorzitter heeft dit klachtonderdeel terecht van onvoldoende gewicht gevonden. Verzet ook voor het overige ongegrond, aangezien de passages waarover klaagster zich beklaagt onderdeel uitmaken van het processuele debat tussen partijen. Klaagster heeft zich daartegen in de procedure kunnen verweren. Geen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van verweerder. Verzet ongegrond.