Naar boven ↑

Rechtspraak

Beslissing van de raad wordt grotendeels bekrachtigd. Verweerder voerde niet de regie over de aan hem en zijn kantoor toevertrouwde zaken. Verweerder schoot tekort in de communicatie met klager. Verweerder heeft evenmin de regie gevoerd over de afronding en overdracht van zaken in verband met de beëindiging van zijn advocatenpraktijk. In de procedure tegen de bank is geen griffierecht betaald en heeft verweerder klager niet op de hoogte gesteld van het verstekvonnis. Verweerder heeft hiermee de belangen van klager ernstig benadeeld. De gang van zaken duidt op een gebrek aan kwaliteit en deskundigheid, en twijfel aan verweerders integriteit. Het klachtonderdeel dat betrekking heeft op de financiële integriteit (declareren naast ontvangen toevoegingen) wordt door het hof echter  ongegrond verklaard. Hierom en vanwege het beperkte tuchtrechtelijk verleden van verweerder bekrachtigt het hof niet de door de raad opgelegde schrapping. Het hof legt een schorsing op van 52 weken, waarvan 26 weken voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarde dat verweerder een coachingstraject ingaat vanaf het moment dat de onvoorwaardelijke schorsing is verstreken.