Rechtspraak
Klacht over feitenonderzoek door advocaat. Verweerster heeft in opdracht van klaagsters werkgever een zogenaamd feitenonderzoek verricht in een arbeidsrechtelijke kwestie, terwijl feitelijk sprake was van een zedenzaak. Er is veel misgegaan voor, tijdens en na het onderzoek: zo is klaagster voorafgaand en tijdens het onderzoek op geen enkel moment geïnformeerd over het doel en de werkwijze van het onderzoek en haar rechten en mogelijkheden in het onderzoek, terwijl het onderzoek verstrekkende (arbeidsrechtelijke) gevolgen voor haar kon hebben en uiteindelijk ook heeft gehad. Verder is klaagster niet op de hoogte gestelde van de uitbreiding van het onderzoek en is een gesprek met klaagster op sturende wijze gevoerd. Ook heeft verweerster een conceptrapport opgesteld dat tendentieus, selectief en eenzijdig belicht is. Verweerster heeft onzorgvuldig, ondeskundig en onvoldoende integer gehandeld en klaagsters belangen op meerdere momenten nodeloos en op ontoelaatbare wijze geschaad. Gelet op onder meer het feit dat sprake is van een opeenstapeling van opvolgende fouten en onzorgvuldigheden in een gevoelig (zeden)onderzoek en de impact van het handelen op klaagster legt de raad, ondanks dat verweerster nog maar kort advocaat-stagiaire was, een voorwaardelijke schorsing van twee weken op.