Naar boven ↑

Rechtspraak

Raadsbeslissing. Samenhang met zaak 21-471/AL/MN/D. Verweerder heeft ter zitting van de raad verklaard dat hij een groot geldbedrag van zijn derdenrekening naar zijn privérekening heeft overgemaakt en vervolgens een deel daarvan heeft opgemaakt. De raad acht de gedragingen van verweerder bijzonder kwalijk en verwerpelijk. Verweerder heeft hiermee belangrijke regels overtreden en in strijd gehandeld met de kernwaarde (financiële) integriteit en deskundigheid die van een advocaat wordt verlangd. Verweerder heeft niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet en zijn handelen heeft het vertrouwen in de advocatuur ernstig geschaad. Gelet op de ernst van de feiten acht de raad de oplegging van een zware maatregel in beginsel passend. Gelet echter op de beslissing van heden in het samenhangende dekenbezwaar tegen verweerder (met nummer 21-471/AL/MN/D), die grotendeels ziet op hetzelfde klachtwaardige handelen als in deze zaak en waarin verweerder een schrapping van het tableau opgelegd heeft gekregen, zal de raad in deze zaak geen maatregel opleggen.