Rechtspraak
De raad is van oordeel dat de thans te beoordelen klachtonderdelen - hoewel op een iets andere wijze geformuleerd - dezelfde verwijten aan verweerder bevatten als de onderdelen in het dekenbezwaar waarop de raad bij onherroepelijke beslissing van 13 januari 2020 al heeft geoordeeld. Gelet hierop verzet artikel 47b lid 1, Advocatenwet zich tegen een inhoudelijke beoordeling van de onderhavige klacht. De namens klaagsters aangevoerde omstandigheden dat de insteek van het dekenbezwaar wellicht een andere was dan de onderhavige klacht en dat klaagsters zijn geschaad in hun financiƫle belangen, doen daaraan niet af. De raad verklaart de klacht niet-ontvankelijk.