Rechtspraak
Dekenbezwaar gegrond. De raad heeft uit de stukken en ook uit de houding van verweerder ter zitting de indruk gekregen dat verweerder een gedreven dienstverlener is met toewijding aan zijn cliƫnten die voor hen tot het gaatje gaat. Echter blijkt uit het onderzoeksrapport dat dit juist zorgt voor problemen in de praktijkvoering van verweerder. De conclusie van de rapporteur is - de deken onderschrijft deze bevindingen - dat de kernwaarden in het geding zijn en verweerder niet voldoet aan datgene wat binnen de advocatuur als professionele standaard geldt. De raad is van oordeel dat er geen reden is te twijfelen aan de inhoud van het onderzoeksrapport en neemt de daarin opgenomen bevindingen en conclusies over. De slotsom is dat verweerder op tal van punten ernstig tekortschiet bij de uitoefening van zijn advocatenpraktijk en hij de kernwaarden onafhankelijkheid, deskundigheid en integriteit heeft geschonden. Maatregel van schorsing voor de duur van 26 weken voorwaardelijk met als bijzondere voorwaarde een verbetertraject met een door de deken aangewezen pseudo-patroon.