Rechtspraak
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Klagers verwijten verweerder dat hij zich zonder toestemming van klagers ten overstaan van de rechter inhoudelijk heeft uitgelaten over de gevoerde schikkingsonderhandelingen. Voor de beantwoording van de vraag of verweerder ten opzichte van klagers gedragsregel 27 heeft geschonden acht de raad de volgende omstandigheden van belang. Er was sprake van een lopend onderhandelingsproces tussen partijen, waarbij de rechter betrokken was. Al eerder is deze procedure was door klager(s) informatie over schikkingsonderhandelingen in het geding gebracht en de nadere zitting was gepland om (verder) te spreken over de mogelijkheid van een minnelijke regeling tussen partijen. Vóór deze zitting heeft verweerder zijn eerste e-mail gestuurd. Klager was het met de inhoud van die e-mail niet eens en heeft verweerder verzocht om de rechtbank mede te delen dat zijn bericht misleidend was. Daarop heeft verweerder zijn tweede e-mail gestuurd. De raad is van oordeel dat de mededelingen van verweerder gelet op de aard van de procedure waarin ze zijn gedaan en het feit dat ze (deels) zijn gedaan op verzoek van klagers, niet in strijd zijn met gedragsregel 27. Dat betekent dat verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en de klacht ongegrond zal worden verklaard.