Rechtspraak
Beroep artikel 60b Advw-schorsing. Volgens de deken betracht verweerster in jeugdzorgzaken geen dan wel onvoldoende professionele distantie tot haar cliënten en functioneert zij daardoor niet naar behoren. Bovendien voldoet verweerster volgens de deken niet aan de professionele standaard, gelet op de standpunten die zij inneemt en de juridische middelen die zij inzet. Het hof stelt voorop dat verweerster, die zich als advocaat wil inzetten om misstanden in de jeugdzorg aan de orde te stellen, de vrijheid heeft om zich als advocaat activistisch op te stellen en daarbij ook uitlatingen mag doen die jeugdzorg dan wel de rechterlijke macht onwelgevallig zijn. Echter, ook binnen deze context geldt onverminderd dat een advocaat bij de uitoefening van zijn beroep dient te handelen in overeenstemming met de kernwaarden voor de advocatuur, waaronder de kernwaarde onafhankelijkheid ten opzichte van haar cliënten, en daarnaast eerbied voor de rechterlijke macht dient te betrachten (respectievelijk artt. 10a en 3 Advw). Het hof acht de stelling van de deken dat verweerster met de wijze waarop zij in rechte optreedt niet voldoet aan de professionele standaard, onvoldoende onderbouwd, zeker nu de deken (nog) geen onderzoek heeft verricht in individuele dossiers van verweerster. Het hof deelt de zorgen van de deken echter als het gaat om verweersters beroepshouding en de doorwerking hiervan in de wijze waarop zij optreedt in rechte. Dit heeft een negatieve invloed op haar praktijkvoering en in zoverre acht het hof artikel 60b Advw van toepassing op verweersters optreden. Gelet op het voorgaande ziet het hof op dit moment nog onvoldoende aanleiding voor een verbod voor verweerster om op te treden in jeugdzorg-gerelateerde zaken. Verweersters beroep tegen de door de raad opgelegde maatregel is in zoverre gegrond. Naar aanleiding van de hiervoor geuite zorgen van het hof over de beroepshouding van verweerster en het effect hiervan op haar optreden in rechte, acht het hof niettemin de tijdelijke voorziening geboden van praktijkbegeleiding door een ervaren advocaat op het gebied van jeugdzorg-gerelateerde zaken voor de duur van 1 jaar en op kosten van verweerster. Vernietiging voor zover het de getroffen voorziening betreft.