Naar boven ↑

Rechtspraak

Klaagster verwijt verweerder dat hij geen opdrachtbevestiging aan klaagster gestuurd voor de werkzaamheden die hij vanaf juni 2018 voor klaagster heeft verricht. Het kostenaspect is door verweerder niet voldoende met klaagster doorgesproken. Omdat verweerder klaagster met tussenpozen vanaf 2017 is blijven adviseren over dezelfde problemen in dezelfde situatie, is de raad van oordeel dat verweerder in dit geval geen tuchtrechtelijk verwijt is te maken en is dit verwijt ongegrond. Voorts verwijt klaagster verweerder dat hij haar belangen onvoldoende behartigd heeft. De raad oordeelt dat dit niet het geval is geweest. Klaagsters opdracht was om een loonvordering te innen. Dat heeft verweerder met succes gedaan. Voor de andere thans door klaagster aangedragen problemen heeft verweerder geen opdracht gekregen. Het verwijt van klaagster dat verweerder onvoldoende deskundig was heeft zij onvoldoende onderbouwd. De klacht is ongegrond.