Rechtspraak
Klacht over eigen advocaat en dekenbezwaar. Verweerder heeft klager bijgestaan in twee strafrechtelijke procedures, waarbij verweerder in de opdrachtbevestiging weliswaar melding maakt dat hij niet basis van toevoeging bijstand verleent, maar de afspraken rondom de kosten voor zijn bijstand zijn onduidelijk. Uit de opdrachtbevestiging volgt de suggestie dat de Staat verweerder zal betalen als vrijspraak volgt maar onduidelijk blijft dat in geval van een veroordeling de kosten voor rekening van klager zullen komen noch wat de proceskansen en -risico’s zijn in dit verband. Ook heeft verweerder nagelaten tussentijdse declaraties met concrete specificaties van uren en kosten naar klager te sturen. Door ieder gebrek aan tussentijdse aanwijzingen voor de mogelijkheid dat klager tegen het einde van de procedures moest gaan betalen, is klager pas na zeer lange tijd na afloop van de rechtsbijstand geconfronteerd met zeer hoge kosten (hoger dan verweerder kennelijk had voorzien, gezien zijn opdrachtbevestiging). Verweerder heeft hierdoor niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Gegrond. Bekrachtiging. Schorsing 12 weken per zaak.