Naar boven ↑

Rechtspraak

Bij tussenbeslissing van 14 april 2020 heeft de raad nader onderzoek opgedragen aan de deken, waarover de deken de raad vervolgens heeft gerapporteerd. De raad oordeelt in deze eindbeslissing dat verweerder de strafzaak van klager in hoger beroep op zorgvuldige wijze heeft behandeld en voldoende met klager heeft voorbereid. Op basis van de stukken is aannemelijk dat tussen partijen was afgesproken dat beiden niet op een proforma strafzitting zouden verschijnen. Verweerder heeft regelmatig telefonisch contact met klager gehad en hem bezocht in de PI. Niet is gebleken dat eventuele onderzoekswensen door klager met verweerder zijn besproken dan wel door klager aan verweerder is gevraagd om getuigen te horen. Van onvrede van klager is de raad niet gebleken die verweerder na de uitspraak van het hof heeft verzocht om cassatie in te stellen. Ongegrond.