Rechtspraak
Beklag tegen beslissing geen advocaat aan te wijzen (art. 13). Klager wil een cassatieadvocaat aangewezen krijgen voor de procedure van sprongcassatie bij de hoge raad in drie verschillende zaken. De deken heeft dit verzoek volgens het hof op goede gronden afgewezen, omdat in de zaken van klager geen sprongcassatie openstaat. In de eerste zaak is een schikking getroffen, in de tweede zaak is niet gebleken dat sprongcassatie openstaat tegen het vonnis van de rechtbank en in de derde zaak beschikt het hof over onvoldoende stukken waaruit zou blijken wat de stand van zaken is dan wel of een rechtsmiddel openstaat. Beklag ongegrond.