Rechtspraak
Klacht tegen advocaat van wederpartij over belangenverstrengeling en het niet meewerken aan een minnelijke regeling. De raad verklaart de klachten ongegrond. In gedragsregel 15 is opgenomen dat het een advocaat niet is toegestaan, behoudens uitzonderingen die in deze verder niet van belang zijn, om a) tegelijkertijd voor meer dan één partij op te treden in een zaak waarin deze partijen een tegengesteld belang hebben en b) tegen een cliënt of een voormalige cliënt op te treden. Onder belangenverstrengeling in de zin van het tuchtrecht voor advocaten wordt (kort samengevat) het optreden van een advocaat zowel voor als tegen een bepaalde cliënt verstaan. Verweerster is opgetreden voor de heer X en de heer Y, allebei wederpartijen van klagers maar niet voor klagers zelf. Van belangenverstrengeling is derhalve geen sprake. Een advocaat is de gids van de cliënt bij het vinden van een oplossing en tegelijk de poortwachter naar een juridische procedure. Een advocaat moet zich voldoende inzetten om een geschil in onderling overleg tussen de advocaten of met hulp van een mediator op te lossen als dat in het belang van zijn cliënt is. Dit is ter vrije beoordeling van de advocaat en zijn cliënt. Indien zij menen dat een regeling in der minne niet haalbaar is, kan de advocaat niet door de wederpartij worden verplicht alsnog een regeling in der minne te beproeven. Indien het niet lukt om een regeling te treffen en de cliënt wil procederen is het alleszins gerechtvaardigd dat de advocaat aan die wens van zijn cliënt tegemoetkomt.