Rechtspraak
Raadsbeslissing. Verweerder heeft tweemaal een geldgedrag overgemaakt aan klager. Van ronselen, zoals klager stelt, is niet gebleken. De raad is van oordeel dat het overmaken van kleine bedragen aan een cliënt niet automatisch een schending van de hiervoor genoemde kernwaarden oplevert. Van slechte bijstand aan klager is de raad niet gebleken. Hoewel sprake is van een schending van gedragsregel 16, acht de raad klager daardoor niet in zijn belangen geschaad. Klacht in beide onderdelen ongegrond.