Rechtspraak
Klacht over eigen advocaat. Klacht over kwaliteit van de dienstverlening. Klager heeft erkend dat mr. S klagers ex-echtgenote telefonisch heeft geadviseerd over de intrekking van het bezwaar en dat klager en diens ex-echtgenote vervolgens op basis van dat advies hebben ingestemd met de intrekking van het bezwaar. Verweerder heeft op zijn beurt erkend dat het aan klager gegeven advies over de intrekking van het bezwaar niet schriftelijk is vastgelegd. Dit is onzorgvuldig en nu klager heeft gesteld dat hij niet is geadviseerd over de gevolgen van de intrekking van het bezwaar, is het aan verweerder om het tegendeel te bewijzen. Naar het oordeel van de raad is verweerder er niet in geslaagd dat bewijs te leveren. De raad is dan ook van oordeel dat ervan uit gegaan moet worden dat klager niet naar behoren is gewezen op de gevolgen van de intrekking van het bezwaar. Dat is onzorgvuldig en daarvan kan verweerder een tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Het ontbreken van een behoorlijke schriftelijke vastlegging van het gegeven advies is in strijd met de gedragsregels 12 (zorgvuldigheid) en 16 lid 1 (informatieplicht). In zoverre is de klacht gegrond. Vast staat dat klager wel mondeling is geadviseerd over de beperkte kans van slagen van de bezwaarprocedure en dat de intrekking schriftelijk aan klager is bevestigd. Omdat voorts niet is gebleken dat klager door het tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van verweerder enig nadeel heeft ondervonden, ziet de raad af van het opleggen van een maatregel.