Rechtspraak
Klacht tegen eigen advocaat. Wederzijds appel. Het hof vernietigt de gegrondverklaring van de raad en verklaart de klacht in zoverre ongegrond. Verweerder heeft een jaar besteed aan het voorbereiden van een aangifte voor klager. In beginsel is deze termijn te lang, maar gezien de bijzondere omstandigheden van dit geval is dit aanvaardbaar. De door verweerder gestelde obstakels voor het doen van de aangifte zijn door klager onvoldoende betwist en houden in dat:
- het dossier zeer omvangrijk (200 ordners) was,
- onduidelijk was tegen wie nog aangifte gedaan kon worden gezien de eerdere aangiftes van klager,
- klager en verweerder in afwachting waren van te retourneren stukken van de Hoge Raad en
- verweerder moest uitzoeken van welk delict aangifte kon worden gedaan zonder aan te lopen tegen mogelijke verjaring.
Het beroep van klager slaagt niet en in zoverre bekrachtigt het hof de ongegrondverklaring van de raad.