Naar boven ↑

Rechtspraak

Naar het oordeel van de voorzitter is de juistheid van het verwijt van klaagster dat haar eigen advocaat, verweerster, zich voor haar onbereikbaar heeft gehouden, tegenover de gemotiveerde betwisting door verweerster, niet vast te stellen. Gezien de inhoud van haar brief van 24 februari 2020 mocht verweerster er vanuit gaan dat dat klaagster het daarin gegeven advies om de zaak te laten rusten had opgevolgd. Niet onbegrijpelijk is dat verweerster daarna niet zelf het initiatief tot nader contact met klaagster heeft genomen. Voor zover de secretaresse van verweerster had toegezegd dat verweerster zou terugbellen, dan nog is het uitblijven daarvan niet onmiddellijk klachtwaardig. Naar het oordeel van de voorzitter geldt dat ook voor de omstandigheid dat verweerster na het tweede telefonisch contact van klaagster met haar kantoor op 3 juni 2020 niet voor 8 juni 2020 gelegenheid heeft gehad om klaagster terug te bellen, omdat klaagster toen de opdracht al had geƫindigd. Kennelijk ongegrond.