Naar boven ↑

Rechtspraak

Behandeld in Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates 2021-9

Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft in de pers uitlatingen gedaan over klaagster. Het hof is van oordeel dat de uitlatingen niet gekwalificeerd kunnen worden als onnodig grievend en in strijd met de waarheid, maar verweerder heeft wel de grenzen van zorgvuldigheid jegens klaagster overschreden. Verweerder heeft zich tijdens het mediationtraject van zijn cliënt, de ex-man van klaagster, en klaagster in de pers uitgelaten over een belastingclaim van de Schotse belastingdienst. Verweerder wist dat de mediator deze kwestie (die weliswaar geen deel uitmaakte van de mediation) in het kader van de lopende mediation had aangekaart. De kwestie zorgde er volgens die mediator voor dat de zaak volledig stil kwam te liggen. Bij die stand van zaken, de nog lopende mediation waaronder de geheimhoudingsverplichting voor klaagster en de cliënt van verweerder, had verweerder niet naar buiten mogen treden over een voor het welslagen van de mediation relevante kwestie. Van verweerder mocht worden verwacht dat hij zich ervan zou vergewissen dat de mediation formeel was beëindigd alvorens zich tegenover een derde uit te laten over dit onderwerp, wat hij heeft nagelaten. Het hof zal, in tegenstelling tot de raad, slechts één klachtonderdeel gegrond verklaren en de klacht voor het overige ongegrond verklaren. Het hof legt verweerder de maatregel van waarschuwing op.