Naar boven ↑

Rechtspraak

Voorzittersbeslissing over de advocaat van de wederpartij van een toenmalige notaris. Van onnodig grievende of feitelijk onjuiste uitlatingen over klager in de dagvaarding van verweerder is de voorzitter niet gebleken. De juistheid van het verdere verwijt van klager dat verweerder ex artikel 1:14 BW de dagvaarding op zijn kantooradres had moeten laten betekenen als toenmalige notaris en geheimhouder en niet op zijn woonadres is niet komen vast te staan. Van een wettelijke of morele verplichting is de voorzitter niet gebleken. Kennelijk ongegrond.