Rechtspraak
Klacht tegen eigen advocaat over zonder toestemming van klager zenden van vertrouwelijke informatie en een procesadvies aan de rechtsbijstandverzekeraar, die de zaak naar verweerster had doorverwezen. Verweerster had met klager een advocaat - cliënt relatie zoals bedoeld in de Advocatenwet en de Gedragsregels. Dat verweerster door Achmea wordt betaald doet daaraan niet af. Derhalve moest verweerster de in artikel 46 Advocatenwet opgenomen zorgplicht jegens de cliënt in acht nemen en was zij verplicht tot geheimhouding van wat haar door klager is toevertrouwd. Het was verweerster bekend, althans had verweerster bekend moeten zijn, dat klager geen toestemming had verleend om gegevens omtrent de zaak aan Achmea te verstrekken. Desondanks heeft verweerster zonder klager daarin vooraf te kennen, laat staan daarvoor toestemming te vragen, een aan klager verzonden brief aan Achmea doorgezonden, vragen van Achmea over de inhoudelijke kant van de zaak beantwoord en aan Achmea een weliswaar voorlopig maar wel degelijk als zodanig te beschouwen (proces) advies gegeven. Daarmee heeft klaagster niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt. De verweten handelwijze raakt de vertrouwelijkheid, zijnde één van de kernwaarden waardoor de advocatuur zich laat leiden. Het is van wezenlijk belang dat cliënten in vertrouwen alles in volle openhartigheid kunnen wisselen met een advocaat. Schending van bedoelde kernwaarde is een ernstig vergrijp, dat in beginsel een forse maatregel noodzakelijk maakt. In dit geval wordt geen maatregel opgelegd omdat verweerster nog maar net beëdigd was, weinig begeleiding had, haar excuses heeft aangeboden en de ernst van verweten handelwijze inziet.