Rechtspraak
Het gebrek aan realiteitszin en het disproportionele wantrouwen van verweerster jegens anderen in de strafrechtketen geven de raad de overtuiging dat sprake is van een ernstige mate van decompensatie, wat gevoegd bij het ernstige gebrek aan kwaliteit in de weg staat aan een behoorlijke praktijkuitoefening, in welk rechtsgebied dan ook. Het gebrekkige vermogen van verweerster om, ondanks begeleiding door de deken en coaching door twee ervaren strafadvocaten, tot verbetering te komen geeft de raad de overtuiging dat niet kan worden volstaan met een time out in de vorm van een schorsing, maar dat schrapping van tableau de aangewezen maatregel is. Naar het oordeel van de raad bestaat er een onaanvaardbaar risico dat verweerster tussen de uitspraak van de raad en het onherroepelijk worden ervan schade toebrengt aan haar cliënten. Bij dit oordeel zijn de meest recente signalen, in combinatie bezien, doorslaggevend. Uit deze (onweersproken) signalen blijkt dat verweerster in het holst van de nacht een rode of gele kaart ‘uit het universum’ met daarop een verontrustende boodschap bij een dorpsgenoot in de brievenbus heeft gedaan. Uit de signalen blijkt daarnaast dat verweerster enkele dagen later tijdens de behandeling van de strafzaak van haar minderjarige cliënt opmerkelijk en warrig gedrag heeft vertoond en is tekortgeschoten in de behartiging van de belangen van haar cliënt. De signalen geven naar het oordeel van de raad blijk van ernstig verward gedrag. De signalen bevestigen naar het oordeel van de raad de ernstige twijfel die bij de deken en coaches van verweerster al geruime tijd bestaat aan het psychische welzijn van verweerster en brengen met zich dat onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk en onafwendbaar is. De raad zal daarom ook het verzoek van de deken op grond van artikel 60b Advocatenwet toewijzen.