Naar boven ↑

Rechtspraak

Klaagster verwijt verweerder haar in het geschil met haar buren niet naar behoren te hebben bijgestaan. Bij gebreke van een onderbouwd verweer acht de raad deze onderdelen van de klacht gegrond. Noch bij de deken noch voorafgaand aan de zitting van de raad heeft verweerder gebruik gemaakt van de gelegenheid om zijn standpunt schriftelijk kenbaar te maken en met stukken te onderbouwen. Klaagster verwijt verweerder ook dat hij onvoldoende heeft gedaan om een zitting in een kort geding uit te stellen omdat zij daar op de vastgestelde datum niet bij aanwezig kon zijn. Uit het vonnis van de voorzieningenrechter blijkt echter dat verweerder ter zitting van het kort geding heeft verzocht om de zaak aan te houden. Dit onderdeel van de klacht is derhalve ongegrond. De raad legt de maatregel van een berisping op.