Naar boven ↑

Rechtspraak

Niet gebleken dat de voorzitter de feiten onvoldoende heeft weergegeven noch dat in die weergave een negatief beeld van klager wordt geschetst als “notoire querulant”. Omdat klager niet heeft gereageerd op de aan hem voorgelegde samenvatting van de klacht door de deken is de voorzitter bij de beoordeling van de klacht terecht van deze klachtomschrijving uitgegaan. Dat de klacht, zoals klager in verzet stelt, uit twee onderdelen bestaat, en dat de voorzitter het onderdeel dat ziet op artikel 3:167 BW in zijn beslissing ten onrechte niet heeft beoordeeld, volgt niet uit de door klager niet weersproken samenvatting van de klacht door de deken, waarvan de voorzitter terecht is uitgegaan.

Verzet ongegrond